Rookmelders
Als er brand is kun je er niet omheen. Je ruikt het, je ogen zien de vlammen en de dikke zwarte rook. Vaak kun je vuur horen knetteren en je voelt ook de warmte van het vuur. Via onze zintuigen ontdekken we de brand. Als je slaapt is het een ander verhaal. Je ogen zijn dicht tijdens je slaap en je ruikt ook niets. Misschien krijg je het wel warm in je slaap, maar meestal is het lawaai van dingen die afbreken of ontploffen pas het signaal dat er echt iets aan de hand is. Het zou dan al zo kunnen zijn dat het vuur je heeft ingesloten.
Waar rook is, is vuur
Daarom is het belangrijk dat je bij de eerste signalen van brand al wordt gewaarschuwd. Hier kunnen rookmelders voor zorgen. Zodra er rook is, begint de rookmelder te piepen. Dit geluid is meestal zo hard dat er altijd wel iemand wakker van wordt. En dat is belangrijk, want dan kun je jezelf en eventuele huisgenoten in veiligheid brengen.
Plaats rookmelders op strategische plekken
Rookmelders kun je altijd het beste aan het plafond hangen gezien de rook altijd omhoog gaat. Hierdoor kan de rookmelder snel reageren. Plaats het liefste ook rookmelders in de vluchtroute zodat je direct gewaarschuwd wordt bij de eerst rook. Natuurlijk is het nog verstandiger om op meerder plekken in het huis de rookmelders op te hangen. Je kunt de rookmelders ook eventueel met elkaar koppelen zodat ze allemaal afgaan als er ergens in de woning rook wordt geconstateerd. Het is zeker ook handig om een brandblusser en een branddeken in huis te hebben. Als het om een klein brandje gaat kun je daarmee misschien nog wel ingrijpen. Neem geen risico, zorg eerst dat iedereen veilig is. Laat de rookmelders ook regelmatig testen.